Onze steden. Het zijn de knooppunten van onze wereld. Het zijn bruisende en levendige smeltkroezen van cultuur, geschiedenis, kunst, handel en ontwikkeling, die enkele van de mooiste en slimste triomfen van de mensheid vertegenwoordigen. Overal waar mensen uit alle lagen van de bevolking samenkomen, bruist het van het potentieel.

En toch, naarmate onze steden dichtbevolkter en complexer worden, worden ze tegelijk steeds kwetsbaarder. Congestie, vervuiling en verouderde infrastructuren verminderen hun aantrekkelijkheid en levensvatbaarheid als plaatsen om te wonen, werken en spelen. Volgens dit artikel in National Geographic zullen “de steden in de wereld er tussen nu en 2025 65 miljoen inwoners per jaar bij krijgen. De daaruit voortvloeiende vraag naar infrastructuur zal betekenen dat elk jaar, alleen al in India, evenveel grondoppervlakte moet worden toegevoegd als vandaag in heel Chicago bestaat, en in China meer dan het dubbele.”

Maar het goede nieuws is dat het niet zo hoeft te zijn. Ondanks hun inherente complexiteit, zijn steden altijd aanpasbare organismen geweest. Sterker nog, ze zijn ontworpen om te veranderen. Van de eerste nederzettingen die ontstonden uit agrarische gemeenschappen tot de bruisende metropolen van vandaag, steden zijn geëvolueerd in meer efficiënte, leefbare en toegankelijke plaatsen door het spel van de evolutie. De sleutel is om dit opmerkelijke aanpassingsvermogen te gebruiken als springplank voor het creëren van een nieuw stedelijk model.

Laten we dus even in de toekomst kijken. Hoe zullen de steden van de toekomst eruit zien? Wat zal veranderen en wat zal blijven? En hoe zorgen we ervoor dat we niemand achterlaten onderweg?

De toekomst is groen

In plaats van te investeren in betonnen jungles van brede wegen en parkeerterreinen, zullen groene ruimten overvloedig en goed onderhouden zijn en stadsbewoners koele, gezonde plekken bieden om te ontspannen en samen te komen. Door asfalt in te ruilen voor weelderige parken en tuinen worden onze steden niet alleen mooier en aantrekkelijker om in te wonen, maar wordt ook het stedelijk hitte-eilandeffect verminderd. Daarnaast wordt ook de luchtvervuiling teruggedrongen en worden de waterreserves aangevuld. Deze groenere steden zullen ook steeds meer gebruik maken van zonne- en windenergie om energie op te wekken.

Chris Castro, directeur duurzaamheid en veerkracht van de stad Orlando, Florida, is al bezig met het implementeren van de duurzame en stadsspecifieke innovatie die onze steden ten goede zal veranderen. Orlando experimenteert met drijvende zonnepanelen, of “floatovoltaics.” Zoals hij uitlegt in dit Grist artikel: “Ik grap vaak dat Orlando een soort omgekeerd Atlantis is – er is zoveel water om ons heen dat het een beetje vreemd lijkt. We beheren ons regenwater in Florida door opvangvijvers voor stormwater te bouwen. Die hebben niet veel meer waarde dan het vasthouden van regenwater, dus zijn we gaan samenwerken met ons nutsbedrijf om drijvende zonnepanelen te maken. We hebben nu een installatie van meer dan anderhalve megawatt aan zonne-energie ronddrijven.

Koning Auto van de troon

De steden van de toekomst zullen autovrij zijn, of op zijn minst autoluw. Volgens New Citiesis de vervoerssector de grootste bron van broeikasgassen, en personenwagens zijn daar grotendeels verantwoordelijk voor”. Om luchtvervuiling en congestie tegen te gaan, zullen we een nieuw model van stedelijke mobiliteit moeten omarmen dat de huidige problemen van het openbaar vervoer aanpakt, zoals ontoegankelijkheid in landelijke of voorstedelijke gebieden, complexe en verouderde (infra)structuren, en een algemeen gebrek aan gebruiksvriendelijkheid. Dankzij innovatieve oplossingen voor mobiliteitsproblemen krijgen steden ook de kans om meer gemeenschap rond openbare ruimten te creëren, bewoners beter met elkaar in contact te brengen en de diensten te lokaliseren die het hardst nodig zijn.

screenshot Edinburg centrum
In de komende jaren zullen auto’s verdwijnen uit het straatbeeld in Edinburgh

Dit is geen vergezochte voorspelling, de verschuiving is al aan de gang. Overal ter wereld worden carpool- en “ride sharing”-diensten steeds populairder, waardoor de behoefte aan een eigen auto afneemt. Met deelfietsen en -scooters verplaatsen stadsbewoners zich snel, betaalbaar en milieuvriendelijk door de stad. Steden van verschillende grootte zijn zelfs bezig auto’s helemaal uit te faseren door (delen van) hun centra autovrij te maken.

De Schotse hoofdstad Edinburgh heeft aangekondigd dat zijn stadscentrum tegen 2030 volledig autovrij zal zijn. Edinburgh zal in plaats daarvan de nadruk leggen op voetgangers en de uitbouw van haar tramnetwerk. “Het stadsmobiliteitsplan omvat een radicaal tienjarenplan om de mobiliteit in de hoofdstad te hervormen door het gebruik van bus, tram, trein, en activiteiten als lopen en fietsen te stimuleren om iedereen de beste levenskwaliteit te bieden“, aldus burgemeester Adam McVey. Deze autovrije steden zullen ongetwijfeld actieve, levendige, door mensen aangedreven plaatsen worden, die voetgangersvriendelijk en voor iedereen toegankelijk zijn.

Mozaïeken van buurten

Een van de grootste voordelen aan het stadsleven is dat de wereld letterlijk binnen handbereik ligt. Op zoek naar een apotheek? Wil je naar het theater? Of heb je gewoon zin in een cappuccino ‘s ochtends? In steden is alles heel dichtbij. Of toch niet?

Volgens Dan Luscher, de in San Francisco gevestigde initiatiefnemer van het 15-Minute City Project, zou iedereen binnen 15 minuten lopen of fietsen, toegang moeten hebben tot de plaatsen waar hij of zij naar toe wil. Het is het idee van een gedecentraliseerde stad met focus op de verschillende buurten en ontworpen voor de inwoner, wat betekent dat het “begint met kijken naar waar een individu woont en waar hij of zij moet komen, en uitzoekt hoe we onze buurten en steden opnieuw kunnen inrichten om het soort ‘hypernabijheid’ en gemakkelijke bereikbaarheid te krijgen dat het leven in de stad geweldig maakt“.

Afbeelding van het concept van de 15-minutenstad
Afbeelding van het concept van de 15-minuten stad

 In dezelfde lijn van deze theorie zullen de steden van morgen zich waarschijnlijk centreren rond kernen van activiteit en ontmoeting, en daardoor gemakkelijker navigeerbaar worden. Hoewel dit fenomeen in de VS nog vrij nieuw is (Portland, Oregon is een opmerkelijke uitzondering), is het al de basis geworden van nieuwe stedelijke plannen voor vele wereldsteden, waaronder de lichtstad: Parijs, Frankrijk.

Parijs heeft tijdens de pandemie een opvallende transformatie ondergaan. Het afgelopen jaar zijn er steeds meer bomen, fietspaden en vernieuwde stadspleinen bijgekomen. De stad omarmt een nieuw stedelijk model dat de mens voorop stelt. Zoals Carlos Moreno, wetenschappelijk directeur en innovatieprofessor aan de Universiteit van Parijs aan Bloomberg Businessweek vertelt, “vraagt de 15-minuten stad om een terugkeer naar een meer lokale en tragere manier van leven, waarbij de tijd voor woon-werkverkeer wordt geïnvesteerd in rijkere relaties met wat er in de buurt is.

Gecocreëerde community’s

We kunnen dan wel trends oppikken, verschuivingen analyseren en voorspellingen doen over de steden van morgen, maar we moeten onszelf ook een fundamentele vraag stellen: wie mag bepalen hoe onze steden eruit zullen zien?

Om echte vooruitgang te boeken moeten we onze community’s betrekken bij de cocreatie van de toekomst. Als het gaat om de stad die zij hun thuis noemen, zijn stedelingen namelijk experts. Niemand kent de sterke punten, de valkuilen en de prioriteiten van de stad beter dan de mensen die er wonen. En alleen met de inzet van de gemeenschap kunnen we collectief de blijvende veranderingen doorvoeren die nodig zijn voor een duurzaam, toegankelijk en aangenaam stedelijk leven.

Lokale overheden over de hele wereld beginnen inwoners te betrekken bij de stadsplanning- en (her)ontwikkeling. Lancaster, in de Amerikaanse staat Pennsylvania betrekt zijn inwoners bij het veiliger en aangenamer maken van de straten in de buurt.

In het Londense stadsdeel Newham hebben buurtbewoners en ondernemers hun stem laten horen bij beslissingen over stadsplanning in de hele buurt. In Nederland is het betrekken van bewoners bij het (her)inrichten van hun lokale omgeving onlangs zelfs in de wet opgenomen. We kunnen er niet omheen: de steden van morgen zullen bovenal mee worden gecreëerd door de mensen die er wonen.