Met CitizenLab leggen we momenteel de laatste hand aan onze digitale tool voor burgerbegrotingen. Hiervoor legden we ons oor te luister bij meer dan 20 steden en gemeenten. Van het Canadese Toronto (2,8 miljoen inwoners), tot het Belgische Wortegem-Petegem (6000 inwoners). Sommige hadden al jaren praktijkervaring achter de kiezen, anderen werkten net volop aan hun ambitieuze toekomstplannen.

burgerbegroting
Handboek voor burgerbegroting: lessen van meer dan 20 overheden.

Wat bleek uit onze gesprekken? Er zijn bijna evenveel verschillende invullingen van een burgerbegroting als er burgers in je stad of gemeente zijn. Toch ontdekten we enkele duidelijke lijnen. En deze stellen we in deze gids met plezier stap per stap aan je voor:

  1. OPZET: Welke types burgerbegroting zijn er?
  2. PROCES: Uit welke stappen bestaat een burgerbegroting?
  3. DOELSTELLING: Wat wil je bereiken met je burgerbegroting?

I. Welke types burgerbegroting zijn er?

In het grote aanbod aan verschillende types burgerbegroting, zijn er toch enkele centrale aspecten te identificeren:

1. Beslissend of Adviserend

Dit gaat over de outcome. Wat ga je als stad of gemeente met de resultaten van de burgerbegroting doen? Worden de resultaten volgens de vooraf bepaalde regels werkelijk uitgevoerd? Dan spreken we over een burgerbegroting met beslissend karakter.

Worden de resultaten daarentegen meegenomen als een van vele zaken om rekening mee te houden bij het verdelen van een budget of opstellen van een begroting? Dan heeft de burgerbegroting een adviserend karakter.

Dit aspect heeft uiteraard een enorme impact op de verwachtingen die een participerend burger heeft. Maak daarom steeds van bij het begin duidelijk of het een beslissend dan wel adviserend traject betreft. Dit kun je niet alleen doen door het ganse proces op een heldere manier uit de doeken te doen, maar bijvoorbeeld ook door in een adviserend traject met een ‘valse munteenheid’ te werken, bijvoorbeeld ‘CitizenLab Coins’.

2. Thema’s of ideeën

Dit behandelt de scope. Waarover gaat de burgerbegroting? En waarover gaat ze dus ook niet? In bepaalde gevallen speelt een burgerbegroting zich af op het niveau van volledige thema’s of beleidsdomeinen. In andere gevallen ligt de focus op concrete ideeën of projecten.

En in nog andere gevallen krijg je een combinatie van beide: men selecteert eerst een aantal thema’s. Binnen elk weerhouden thema duidt men vervolgens de meest gewenste ideeën of projecten aan.

3. In groep of individueel

Hier staat het proces centraal. Op welke manier kunnen burgers deelnemen? Vaak zien we bij offline trajecten dat men in (kleine) groep over de ideeën of thema’s discussieert alvorens unaniem of bij meerderheid te stemmen. Online trajecten kennen dan weer een eerder individuele inslag. Burgers geven er hun persoonlijke voorkeuren weer bij deelname aan de burgerbegroting.

Uiteraard zijn er ook tussenvormen. Zo stem je op het CitizenLab-platform individueel op de ideeën van jouw voorkeur, maar bij elk idee is er wel de mogelijkheid om een discussie met andere burgers aan te gaan.

4. Lokaal of regionaal

Dit gaat over het gebied van de burgerbegroting. Heeft het traject impact op het volledige grondgebied van de gemeente of stad? Of focust het eerder op een bepaalde wijk of buurt?

Dit heeft in de praktijk vaak ook gevolgen op wie voor het traject wordt uitgenodigd. Het houdt steek om voor projecten met een lokale impact enkel (of vooral) die mensen te betrekken die die impact ook daadwerkelijk zullen ‘voelen’. Terwijl bij regionale trajecten het eerder logisch is om niemand uit te sluiten.

Lees hier hoe wij het betrekken van bepaalde groepen burgers mogelijk maken.


Je ziet het, vier kenmerkende elementen en dus een veelheid aan mogelijke combinaties. Toch zien we in de praktijk twee specifieke combinaties vaak terug komen.

Combinatie 1: specifieke projecten, lokaal georganiseerd, met beslissend karakter.

Zo zijn er de burgerbegrotingen die zich oriënteren rond specifieke ideeën of projecten. Deze worden vaak op het lokale niveau georganiseerd en kennen meestal een beslissend karakter.

Combinatie 2: algemene beleidsdomeinen, gemeentelijk georganiseerd, met adviserend karakter.

Anderzijds heb je de burgerbegrotingen die verschillende beleidsdomeinen of thema’s tegen elkaar afwegen. Deze behandelen vaak het volledige gemeentelijk of stedelijk budget, en spelen zich dus af op regionaal niveau. De outcome van een dergelijk traject neemt men als advies mee.

Beide combinaties kunnen zowel eerder groep als individueel georiënteerd zijn.


II. Uit welke stappen bestaan een burgerbegroting? 

Ook hier nemen we enkele duidelijke lijnen waar, ondanks de grote variatie op het terrein.

Het proces achter de burgerbegroting.

1. Verstrekken van informatie  

In deze eerste fase informeert men de betrokken burgers over de plannen, het proces en de spelregels van de burgerbegroting. Zoals eerder gezegd, is het in deze fase al enorm belangrijk duidelijk te communiceren over wat men met de resultaten zal doen. Worden ze als advies meegenomen of zijn ze beslissend?

Sommige steden en gemeenten grijpen deze fase aan om met hun burgers aan de slag te gaan en samen de spelregels en de scope te bepalen.


2. Verzamelen van ideeën

In een volgende fase kunnen burgers (of groepen van burgers) hun ideeën voor de burgerbegroting indienen. Eventueel kunnen andere burgers in deze fase reeds een stem uitbrengen of reageren op deze ideeën. Dit kent voorlopig echter enkel een inhoudelijke insteek, en dus nog geen ‘begrotings’-insteek.

Belangrijk te vermelden bij deze fase is dat zo goed als alle steden en gemeenten waarmee we spraken, duidelijk te kennen gaven dat het bepalen van een budget of de kost van een idee niet of niet alleen in handen van de burger ligt. Bij het indienen van een voorstel kan de burger uiteraard een indicatie van de kost geven, met een zo goed mogelijke onderbouwing. Maar het is de stad of gemeente die de precieze kost, het precieze budget finaal bepaalt (zie volgende fase).

Let wel, deze fase komt niet bij elke burgerbegroting voor. Soms heb je als stad of gemeente zelf reeds een lijst met ideeën waaruit de burgers kunnen kiezen. En als de burgerbegroting zich oriënteert rond thema’s of beleidsdomeinen is vaak ook geen nood aan concrete ideeën.


3. Bepalen van budgetten en selecteren van ideeën

In deze fase neemt de stad of gemeente elk idee onder de loep. Verschillende aspecten worden in rekening gebracht om te bepalen of dat idee al dan niet weerhouden wordt voor de burgerbegroting.

Eerst en vooral is er uiteraard de te verwachten kost van het voorstel. Hiervoor doet een stad of gemeente beroep op interne of externe experts. Is er een voorstel om in een laan in het centrum bomen aan te planten? Dan kun je waarschijnlijk te rade bij je groendienst om een realistische inschatting van de kost te maken. Uiteraard moet de te verwachten kost binnen het vooropgestelde budget vallen (ofwel het totaalbudget voor het traject ofwel een maximum per idee).

Anderzijds is er ook de technische haalbaarheid en/of wenselijkheid van een idee. Kunnen we dit idee ook echt uitvoeren binnen de vooropgestelde tijd? Heeft het idee een positieve impact op alle burgers? Of brengt het net bepaalde groepen schade toe? Misschien zijn bepaalde voorstellen al in uitvoering? Ook hier wordt beroep gedaan op interne of externe experten.

Vaak bouwt men ook een evenwichtsoefening in. Zo kan men er bijvoorbeeld voor zorgen dat niet alle weerhouden ideeën zich in dezelfde wijk bevinden. Of kan men gelijkaardige ideeën, in overleg met de indieners, samenvoegen.

Ten slotte komt het ook voor dat, wanneer stemmen op ideeën in de vorige fase werd toegelaten, enkel ideeën met een bepaald aantal stemmen of met het hoogst aantal stemmen, bij aanvang van deze fase in overweging worden genomen.

Het resultaat van deze fase: een lijst met alle weerhouden ideeën, telkens met een realistische inschatting van het budget.


4. Burgerbegroting

In deze fase verdelen de burgers een bepaald budget over een aantal thema’s of ideeën. Er is een duidelijk verschil waar te nemen tussen de twee eerder genoemde belangrijke types:

Als de burgerbegroting zich afspeelt op het niveau van thema’s of beleidsdomeinen werkt men vaak met het principe van communicerende vaten. Wat je bij het ene thema aan budget wil toevoegen, moet je van een ander thema weghalen (of je moet hogere belastingen innen). In veel gevallen gebruikt men de actuele budgetten per thema of beleidsdomein als startpunt.

Burgerbegrotingen met concrete projecten of ideeën werken dan weer met het principe van een ‘winkelmandje’. Je kan naar vrije keuze ideeën uit de lijst aan je mandje toevoegen totdat het totale budget van de geselecteerde ideeën je te besteden budget overstijgt. Vaak is het persoonlijk te besteden budget hierbij gelijk aan het werkelijke totale budget. Elke burger kan dus op zijn of haar eigen manier dit budget invulling geven.

Beide types kunnen ook alternatief worden uitgevoerd door het gebruik van een eenvoudige rangschikking van thema’s of ideeën.


5. Resultaten

Deze fase spreekt voor zich, maar kan niet vergeten worden: het communiceren van de resultaten. Welke ideeën werden geselecteerd? Welke beleidsdomeinen kregen het meeste budget toegewezen?

Minstens even belangrijk in deze fase is het communiceren over de vervolgstappen. Wie zal de geselecteerde ideeën uitvoeren? En wanneer? En kunnen burgers hiertoe eventueel zelf bijdragen? Hoe neemt men de verdeling over de verschillende beleidsdomeinen verder mee in de begrotingsoefening van de stad of gemeente?


III. Wat wil je bereiken met je burgerbegroting?

Tegen alle blog- en marketingrichtlijnen in: de belangrijkste vraag pas op het eind.

Elke burgerbegroting kent zowel directe doelstellingen als eerder indirecte.

Directe doelstellingen

De directe doelstellingen zijn vanzelfsprekend.

Betreft het een adviserend traject, dan wil men vooral inzichten krijgen in wat er leeft onder de bevolking, waar mensen belang aan hechten, en hoe men verschillende zaken tegenover elkaar afweegt.

Bij een traject met beslissende kracht, is de directe doelstelling de werkelijke verdeling van het budget volgens wat de deelnemende burgers hebben beslist.

Indirecte doelstellingen

De indirecte doelstellingen zijn iets minder vanzelfsprekend.

Voor veel steden en gemeenten blijkt het belang vooral in het proces zelf te zitten. Burgerbegrotingen met een mogelijkheid tot interactie met andere burgers hebben vaak als gevolg dat mensen leren debatteren met burgers met een andere achtergrond, andere voorkeuren of andere noden. Dit gegeven kan ook empathie voor ‘de ander’ binnen dezelfde gemeenschap bevorderen.

Bij alle burgerbegrotingen is het ook een indirecte doelstelling om bewustzijn en draagvlak te creëren.

Met bewustzijn wordt bedoeld dat men door deel te nemen aan een burgerbegroting leert dat er keuzes moeten worden gemaakt. Het te besteden budget is eindig, en wat je bij het ene toevoegt dien je ergens anders weg te halen. Je wil meer budget voor culturele projecten in je stad? Prima! Maar betekent dat dan dat je minder wil uitgeven aan gezondheidszorg of …?

Dit is ook de reden waarom we aanbevelen om in de fase waarbij burgers ideeën selecteren, niet toe te laten een willekeurig bedrag op een bepaald idee in te zetten. We raden aan om slechts binaire keuzes te geven: ofwel kies je voor een voorstel, met bijhorend volledig budget, ofwel kies je er niet voor.

En met draagvlak wordt bedoeld dat, wanneer het advies of de beslissing van de deelnemende burgers in rekening wordt genomen, alvast deze groep mensen zich meer zal kunnen vinden in het hieraan gekoppelde beleid. In het bijzonder het betrekken van anders moeilijk te bereiken doelgroepen via het instrument van een burgerbegroting draagt bij tot een vergroting van het draagvlak.


Je leest het, er zijn heel wat mogelijkheden met een burgerbegroting, en de impact ervan kan enorm positief zijn. De concrete invulling ervan is dan weer sterk afhankelijk van jouw eigen context en noden. Maar geen nood, met het CitizenLab team helpen we je graag verder bij het vormgeven van je plannen!

participatory budgeting process