Als lokale overheden aan uitgebreide mobiliteitsplanning doen, nemen ze daarbij ook de belangrijke taak op zich om de infrastructuur voor fietsers en voetgangers uit te breiden en te verbeteren. Door ervoor te zorgen dat de fiets- en voetgangersinfrastructuur veilig, uitgebreid en comfortabel is, maken steden deze vervoermiddelen een stuk toegankelijker. 

Plannen voor veiliger vervoer

Mobiliteit heeft rechtstreeks invloed op de toegankelijkheid van diensten en kansen, de klimaatverandering en het welzijn van de bevolking in het algemeen. Het is dan ook logisch dat veel steden en gemeenten hierin investeren. Nieuwe fietspaden, meer fietsenstallingen, bredere trottoirs… er is genoeg ruimte voor verbetering. En die komt er liefst zo snel mogelijk, want in Nederland zijn de meeste verkeersdoden fietsers. En in Vlaanderen zijn vier op de tien verkeersslachtoffers voetganger of fietser.

Maar hoe bepaal je welke strategie de juiste is om de veiligheid voor fietsers en voetgangers in je stad of gemeente te vergroten? Hoe bepaal je de juiste prioriteiten? Welke acties moet je ondernemen en wat moet worden gefinancierd? Dat is waar digitale participatie helpt.

Digitale participatie voor veiligere mobiliteit

Ten eerste is het belangrijk om te begrijpen wat de pijnpunten zijn in je omgeving. Welke problemen halen je inwoners aan? Is er behoefte aan betere voetpaden, zebrapaden of fietsenrekken? En welke plaatsen moeten als eerste worden aangepakt? Zijn er bijvoorbeeld onveilige kruispunten die je aandacht verdienen?

Digitale participatie is de beste manier om een idee te krijgen van de dringendste problemen én de mogelijke oplossingen. Het zijn je inwoners die elke dag rondlopen of -rijden in je lokale omgeving, dus ze hebben mogelijk al nagedacht over innovatieve oplossingen waarvan iedereen profiteert. Enkele populaire oplossingen die inwoners aandragen zijn:

  • Het verbeteren van fiets- en voetgangersinfrastructuur in de buurt van stations en bus- en tramhaltes. Gebruikers van het openbaar vervoer doen immers altijd een deel van hun reis te voet of met de fiets.
  • Het creëren van veilige voetgangersomgevingen, die bijvoorbeeld goed verlicht zijn, afgescheiden zijn van het verkeer, en waar de hulpdiensten makkelijk bij kunnen komen.
  • Het verlagen van de maximumsnelheid in drukke gebieden. Dit zorgt voor een veilige publieke ruimte die meer wandelen en fietsen aanmoedigt.
  • Het investeren in vervoersmiddelen die toegankelijk zijn voor gebruikers van alle leeftijden en fysieke mogelijkheden. Inclusieve straten hebben ruimte voor automobilisten, fietsers, voetgangers en rolstoelgebruikers. In Nederland zie je zelfs veel steden met autovrije zones.

“Met het STOP-principe (Stappers, Trappers, Openbaar vervoer en dan pas Personenwagens) geven we meer ruimte aan fietsers en voetgangers. Dat betekent niet dat je niet meer met de auto kunt. Iedereen kan zijn eigen mobiliteitskeuzes blijven maken. Het draait erom dat je op het juiste moment kiest voor het gepaste vervoermiddel.”

Mobiliteitsplan Stad Gent

Hoe je je community betrekt bij het vormgeven van veilig vervoer

Als je klaar bent om samen met je inwoners en andere betrokken partijen oplossingen voor mobiliteitsproblemen te bedenken, kun je op verschillende manieren beginnen. Zo kun je bijvoorbeeld overwegen om een enquête of poll te lanceren om een beter inzicht te krijgen in de behoeften van je inwoners. Of ga meteen aan de slag met het visualiseren en in kaart brengen van probleemgebieden.

Dat is precies wat de gemeente Beveren deed om sluipverkeer aan te pakken. Het bestuur wilde namelijk doorgaand verkeer uit woonwijken weren en zo een veiligere omgeving creëren voor fietsers en voetgangers. Beveren riep een klankbordgroep in het leven, waarin lokale experts en betrokken partijen hun input deelden. Ook maakten ze een kaart met alle  knelpunten in het verkeer. Deze voorbereiding vormde de basis van de verschillende mogelijke maatregelen die aan de inwoners werden voorgelegd.

Of je er nu voor kiest om je community bij een bestaand plan te betrekken of liever met hen vanaf nul begint, je kunt op elk moment met digitale participatie beginnen.

Lees meer over digitale participatie en mobiliteit: