Burgerinitiatieven worden vaak gezien als mogelijk tegengif voor een groeiende politieke ontevredenheid in vele delen van de wereld. De verschillen tussen de diverse types burgerinitiatieven zijn groot. Toch identificeerden we 4 belangrijke succesfactoren.
Maar laten we beginnen bij het begin.
Wat zijn burgerinitiatieven?
Burgerinitiatieven zijn participatie-instrumenten waarmee burgers lokale instellingen kunnen beïnvloeden door het verzamelen van handtekeningen. Afhankelijk van het wettelijke kader waarin je je bevindt, kan het resultaat van een burgerinitiatief adviserend of bindend zijn.
Burgerinitiatieven kennen twee belangrijke voordelen in vergelijking met traditionelere vormen van participatie. Ze vereisen geen grote inspanning. Dit resulteert niet enkel in een groot aantal deelnemers, maar ook in minder sociale ongelijkheid onder de deelnemers. Het gebruik van digitale hulpmiddelen, zoals het CitizenLab-platform, kan deze voordelen verder versterken.
Burgerinitiatieven zijn er in alle vormen en maten. Dit zijn de 5 voornaamste types:
- Referendumvoorstel: verzoek om een referendum over een beleidsgerelateerde kwestie.
- Agenda-initiatieven: een beleidsvoorstel dat men op de agenda van de gemeenteraad wil plaatsen.
- Wetgevingsinitiatieven: een voorstel om tot nieuwe of andere regelgeving te komen.
- Abrogatief referendum: een reactie op een bestaand beleids- of wetsvoorstel, gericht op de goedkeuring of afwijzing ervan.
- Terugroepingsinitiatief: verzoek om een referendum om te beslissen of een beleidsmaker of overheidsinstantie al dan niet kan aanblijven tot het einde van hun termijn.
Laten we nu de 4 succesfactoren van burgerinitiatieven even van naderbij bekijken.
1. Oprechtheid
Hoewel het vanzelfsprekend lijkt, is veel bestaande wetgeving over burgerinitiatieven in de praktijk behoorlijk ‘hol’: in dergelijke omstandigheden hebben burgerinitiatieven geen of slechts een beperkte impact en zijn de vooropgestelde voorwaarden (bijna) onmogelijk te bereiken. In Italië bijvoorbeeld is de procedure voor agenda-initiatieven niet gereguleerd. Hier kan het parlement naar eigen goeddunken al dan niet beslissen om een initiatief op de agenda te plaatsen.
2 vaak voorkomende valkuilen:
Beperkingen op de ‘Wat’
Niettegenstaande het zinvol is om de reikwijdte van burgerinitiatieven te beperken tot de bevoegdheden van het lokale beleidsniveau, kan het ontmoedigend zijn om de reikwijdte nog verder te beperken. Toch gebeurt dit op sommige plaatsen. In Tsjechië bijvoorbeeld, verbiedt een wet van 1992 burgerinitiatieven die gerelateerd zijn aan gemeentelijke begrotingen en belastingen. Maar gezien bijna elk voorstel een soort van budgettaire toewijzing inhoudt, maakt deze wet het de facto mogelijk om elk initiatief uit te sluiten.
Voorwaarden in tijd of ruimte
In sommige gevallen hebben lokale autoriteiten de mogelijkheid burgerinitiatieven te boycotten. In Oregon (VS) hebben burgers 90 dagen om een burgerinitiatief te starten als reactie op een nieuwe wet. Het tellen begint wanneer de wet is geaccepteerd door de beleidsmakers. De gouverneur heeft echter 30 dagen om de wet te ondertekenen of een veto te stellen, wat betekent dat hij of zij een derde van de beschikbare tijd kan gebruiken/misbruiken. Wat in de praktijk ook blijkt te gebeuren.
2. Meta is belangrijk
Deze succesfactor verwijst naar het toelaten van burgerinitiatieven die de aard en het bereik van burgerinitiatieven kunnen bepalen. Dit betekent dat burgerinitiatieven ook kunnen worden ingezet om vragen te beantwoorden zoals:
- Aan welke voorwaarden moet een burgerinitiatief voldoen?
- Welke onderwerpen kan een burgerinitiatief behandelen?
- Wie kan participeren?
- Hoe diep in de ‘wet’ kunnen burgerinitiatieven doordringen? Helemaal tot aan de grondwet?
Het bereik op deze manier verbreden is belangrijk om van burgerinitiatieven een échte bottom-up participatiemethode te maken die verder reikt dan window dressing.
In Jackson, Mississippi, gebruiken burgervergaderingen initiatieven om gezamenlijk te beslissen hoe hun burgerbegroting zal worden georganiseerd en wat het zal omvatten. Ook zet men er burgerinitiatieven in om hun eigen functioneren, van de burgervergaderingen, te institutionaliseren. Dit houdt onder meer in dat deze voldoende autonomie kunnen behouden ten opzichte van de overheidsinstellingen, en dat ook migranten zonder verblijfsvergunning aan deze vergaderingen kunnen deelnemen zonder het risico te worden gearresteerd.
3. Informatie in plaats van overtuiging
Politieke inclusie houdt niet alleen het betrekken van actoren in die traditioneel worden uitgesloten van het beleidsproces, maar ook het creëren van evenwaardige kansen voor iedereen om tot kwaliteitsvolle voorstellen en input te kunnen komen. En dit houdt het verstrekken van voldoende informatie in.
Een bezwaar dat vaak wordt gemaakt tegen burgerinitiatieven is dat belangengroepen deze eenvoudig kunnen kapen. Reden hiertoe is dat het succes van burgerinitiatieven in grote mate afhangt van je kracht om te mobiliseren. Op deze manier kunnen belangengroepen wetgeving ‘kopen’ via meeslepende campagnes waarin ze het publiek overtuigen van hun persoonlijke agenda.
Een ander bezwaar tegen burgerinitiatieven rust op het feit dat beslissingen over onderling verbonden zaken geïsoleerd kunnen worden genomen, zonder het grotere geheel te zien. Burgers kunnen zo bijvoorbeeld voor twee verschillende initiatieven stemmen, voor meer uitgaven voor stadsplanning en onderwijs en voor een verlaging van de gemeentelijke belastingen. Terwijl beide initiatieven duidelijk in strijd met elkaar zijn.
Een goede facilitering en een uitgedacht proces zijn nodig om aan deze bezwaren tegemoet te komen en om de betrokken burgers zich voldoende te laten informeren. Het succes van de burgerinitiatieven in Taiwan illustreert dit. Opgeleide facilitatoren begeleiden burgers in de eerste stappen van hun burgerinitiatief om de nodige feiten over de kwestie te achterhalen en hun perspectieven en argumenten te uiten.
Het Citizen initiative review-proces (CIR) probeert ook aan de nood aan voldoende geïnformeerde betrokkenen tegemoet te komen. Dit proces kent deliberatieve ‘mini-publics’ als centraal element. Dit zijn kleine groepen burgers (20-24) die gedurende een paar dagen samenkomen rond een specifiek onderwerp. Ze proberen alle details van het onderwerp te achterhalen, vooraleer deze informatie en het burgerinitiatief onder de brede bevolking te verspreiden. Het stelt de deelnemers in zo’n ‘mini-public’ zo ook in staat om elkaars perspectief te leren kennen en hiervoor empathie te delen.
4. Oscillatie
Een vierde en laatste succesfactor voor burgerinitiatieven is ‘oscillatie’. Het verwijst naar het eerst tastbaar en concreet maken van het onderwerp, waardoor betrokken burgers zich ermee kunnen identificeren. En vervolgens kunnen deze concrete initiatieven dienen als aanknopingspunten voor het aangaan van een debat over bredere, gerelateerde kwesties.
Het Save Dakar-project crowdsourcet ideeën en voorstellen in de Senegalese hoofdstad die invloed hebben op het dagelijks leven van haar inwoners. Burgers gebruiken er hun smartphone met geolocatie om zaken in hun directe omgeving te fotograferen en te melden. Het ‘Save Dakar’-initiatief treedt daarna op als megafoon voor lokale wetgevers. Deze aanpak verlaagt de drempel voor burgers om betrokken te zijn drastisch.
In Jackson, Mississippi, werd het na een aantal burgervergaderingen duidelijk dat de grootste zorg van burgers de vele gaten in het wegdek was. Door deze kuilen leden hun auto’s veel te vaak schade. Het organiseren van burgerinitiatieven op dit zeer tastbare niveau had indirect veel andere gunstige gevolgen. Ten eerste zorgde dit ervoor dat de burgers zich realiseerden dat er onvoldoende openbare middelen waren om alle gaten in de grond te herstellen, wat hen ertoe bracht de ergste in hun eigen omgeving zelf te herstellen. Ten tweede evolueerde het debat over deze tastbare kwestie snel naar gerelateerde, bredere onderwerpen zoals armoede en ongelijkheid (want niet elke burger had evenveel financiële middelen om zijn of haar auto te herstellen). En ten derde, mensen voelden zich veel meer op hun gemak om zo’n tastbaar, ingezoomd probleem te bespreken. Op deze manier leerden veel van hen in het openbaar te spreken, waardoor het voor hen ook makkelijker werd om later ook actief deel te nemen aan debatten en initiatieven over complexere onderwerpen, zoals racisme.
Zoals uit dit uitgebreide rapport duidelijk blijkt, kunnen burgerinitiatieven via burgerparticipatie de lokale beleidsvorming verbeteren, ongeacht in welk deel van de wereld je stad of gemeente zich bevindt. Als je de 4 succesfactoren in gedachten houdt terwijl je dit doet, ben je al een heel eind op weg.
We onderzoeken vandaag hoe we burgerinitiatieven een plaats kunnen geven op onze CitizenLab-participatieplatforms. Eventuele ideeën, opmerkingen of vragen over dit onderwerp? We horen ze graag!