Online participatieplatformen geven burgers meer mogelijkheden om mee te denken over nieuw beleid. Participatieplatformen helpen je ook om gegevens te verzamelen die op termijn de impact van je participatieprojecten vergroot. Het is dus belangrijk om je project zodanig in te richten dat op het einde van de rit de opgehaalde input echt bruikbaar is en je dus ook de resultaten makkelijk kunt evalueren. En dat met één doel: efficiëntere en ethisch verantwoorde projecten opzetten, met impact.

Maar wat is sociale impact? En wat moet je meten?

Sociale impact is het effect dat iets heeft op een community. Meestal is het natuurlijk de bedoeling dat je daarmee iets positief verandert. Met de impact wil je bestaande resultaten en systemen verbeteren. Je kunt die veranderingsprocessen samenbrengen onder de noemer ‘Civic tech’.

Civic Tech biedt dus kansen om sociale impact te creëren in community’s over de hele wereld. Door gebruik te maken van Civic Tech kun je bijvoorbeeld makkelijk vaccins vinden, nieuwe gebieden voor zonnepanelen aanwijzen of veiliger straten rond scholen creëren. 

Om te weten hoe effectief projecten waren en hoe ze beter kunnen, moeten we hun sociale impact meten. Maar hoe kunnen we de inzichten die we verzamelen maximaliseren om de impact te vergroten? En hoe gaan we van álles meten naar het meten van wat er echt toe doet?

Met deze vier tips vergroot je de impact van je proejct:

1. Zorg ervoor dat je impact-doelen niet in silo’s leven

Zorg voor verschillende manieren om impact te meten. Het lijkt vanzelfsprekend, maar het is belangrijk te beseffen dat impact niet voor elke gemeente, elk project of elk platform hetzelfde betekent. Denk bij het vastleggen van je doelen niet alleen aan het doel voor je specifieke project, maar ook aan dat voor het proces in zijn geheel. 

Als je participatieplatform bijvoorbeeld gericht is op een budgetteringsproces van een school, zal je aandacht waarschijnlijk vooral uitgaan naar de impact die de budgetten hebben. Bedenk welke andere effecten je project kan hebben, zoals een grotere participatie van jongeren. Je beïnvloedt ook toekomstige, soortgelijke participatieprojecten als je jouw aanpak deelt of toepast op andere projecten.

2. Wees transparant over waarom je welke data verzamelt 

Verzamel je gegevens van je publiek? Vraag je dan altijd af: “Heb ik alles wat ik nodig heb, en heb ik alles nodig wat ik heb?” Het kan verleidelijk zijn om via je platform zoveel mogelijk gegevens op te vragen, maar je moet voorkomen dat je gegevens verzamelt die niet nodig zijn om resultaten of impact te berekenen.

Vanwege de AVG en om ethische redenen moet duidelijk maken waarom je bepaalde informatie vraagt. Vraag je te veel om onduidelijke redenen? Dan haken meer mensen af en daarmee verklein je jouw impact. 

3. Zorg ervoor dat je data-inzichten een betekenis hebben

Als je te veel gegevens verzamelt, kun je er ook in verdwalen. Wees dus spaarzaam en denk goed na waarom je van de deelnemers vraagt wat je vraagt. Bij het meten van participatie gaat het om veel meer dan het meten van clicks. 

Als we ons alleen op kwantitatieve meetgegevens baseren, slagen we er misschien niet in het “civic” in Civic Tech te vatten. Civic tech creëert sociale impact, dus denk na over wat het meest zinvol is om te meten en of je een duidelijk startpunt hebt: heeft je project het voor deelnemers gemakkelijker gemaakt om bepaalde dingen te vinden, contact te leggen met de lokale politici, of deelnemers het gevoel gegeven dat hun stem tot iets heeft geleid? 

Het is makkelijker om deze veranderingen te meten als je een referentiepunt hebt om je resultaten mee te vergelijken. Ga dus na bij welke eerdere participatieprojecten je deelnemers al eens bepaalde informatie hebben gegeven of houdt het bij een korte, gerichte enquête.

4.Richt je zowel op kwantiteit als op kwaliteit 

Als we het over kwantitatieve metingen hebben, soms ook wel ‘zichtbare impact’ genoemd, dan gaat het meestal over het aantal deelnemers, stemmen, clicks of bezoeken aan aan webpagina. Hoewel dit zeker goede indicatoren kunnen zijn van het succes van een project, zijn ze op zichzelf niet veelzeggend over de impact op lange termijn. 

Probeer in die cijfers ook de interactie op je platform te verwerken: wie deed mee, en hoe? Het is belangrijk om deze cijfers te combineren met kwalitatieve gegevens, soms ‘onzichtbare impact’ genoemd. Daarbij kijk je naar naar resultaten die moeilijker te meten zijn, zoals of er een toename is van participatie uit een bepaald deel van je stad of uit een bepaalde demografische groep. Of hoelang mensen betrokken bleven en of het vertrouwen in de overheid is toegenomen.

Stel je sociale impact centraal bij het meten van succes en vraag je doelbewust gegevens op? Dan ontdek je makkelijker de verbeterpunten. Beantwoord dus vóór het opstarten van je volgende participatieproject eerste deze vraag: welke zichtbare en onzichtbare impact wil je met dit participatieproject  bereiken?

Verdiep je kennis