Dit interview is onderdeel van een reeks van 12 expert interviews over de toekomst van de digitale democratie. Het volledige witboek met alle interviews lees je hier.

Marci Harris is CEO en medeoprichter van PopVox, een platform dat burgers helpt om met hun overheden te communiceren. Ze ontwikkelde de tool terwijl ze als staflid van het Amerikaanse Congres deel uitmaakte van het team dat de Affordable Car Act opstelde. Marci’s passie schuilt in het verantwoorde gebruik van technologieën die de mensheid ten goede komen. Ze zit in het bestuur van het People-Centered Internet en LaunchTN, werd door Fast Company benoemd in de “Top 100 meest creatieve mensen in het bedrijfsleven” (2012), is verbonden aan het Ash Center for Democracy aan de Harvard Kennedy School (2016) en New America California (2017), en is als wetenschapper gelieerd aan het CITRIS Policy Lab aan UC Berkeley.

CitizenLab – “Kan je ons vertellen met welk hoofddoel je PopVox hebt opgericht?”

Marci Harris – “PopVox is ontstaan in 2010, toen ik nog een congrespersoneelslid was. Telkens het congreslid moest stemmen over een wetsvoorstel, stelde hij zijn team drie specifieke vragen: “Wie doet er mee?”, “Waar zijn de groepen?”, en “Wat horen we in het district?”. Wie de medesponsor is, welke belangengroepen betrokken zijn en wat kiezers te zeggen hebben is belangrijke informatie die Congresleden helpt om een standpunt in te nemen over een wetsvoorstel. In die tijd was het erg moeilijk om die informatie terug te vinden, zelfs als iedereen op zoek was naar dezelfde antwoorden. De informatie was verspreid over verschillende systemen en de methoden die werden gebruikt om de input van kiezers te beheren waren erg onhandig. Mijn voornaamste doel voor PopVox was dus om de problemen op te lossen die ik in mijn eigen werk tegenkwam. Het idee was eenvoudig: we wilden een antwoord bieden op deze drie vragen en dit voor burgers beschikbaar stellen. We deelden de wetsvoorstellen via een online platform, zodat kiezers hun standpunten makkelijk konden delen en congreskantoren die input konden beheren. 

Rond 2011 lanceerden we de bètaversie en losten we die eerste technische problemen op. Maar plots kwamen er ook zo’n twintigduizend andere problemen bovendrijven. We hebben de afgelopen 10 jaar hard aan de onderliggende technologie gewerkt, en hebben heel wat stemmen binnen en buiten het Congres geraadpleegd om te onder-zoeken hoe die technologie ingezet kan worden voor betere interactie tussen kiezers en wetgevers, om betere informatie te bieden aan wetgevers, om burgers te helpen het proces te begrijpen… Het is soms frustrerend om na een decennium werk te beseffen dat het Congres nog steeds niet is opgeknapt!

Een belangrijke les is dat technologie vaak niet de sleutel is. Nu boeken we succes met comités in het Congres door publieke input te verzamelen over wetsvoorstellen voor de ontwerpfasen. Wat veranderd is, is niet de technologie, maar dat Congresleden luisteren en bereid zijn de input te gebruiken.” 

Het volk betrekken is de enige manier om sneller tot effectieve en legitieme oplossingen te komen.

Marci Harris

C – “Hoe is het mogelijk om dergelijk gedrag bij politici te stimuleren?”

MH – “Ik denk niet dat wij dit als externen kunnen doen – het moet van binnenuit komen. Idealisten, zoals wij in de Civic Tech wereld, zijn al jaren overtuigd van het potentieel van nieuwe technologie. Het moment is aangebroken dat mensen binnen de instituties ook de noodzaak van deze instrumenten beginnen inzien.

Laatst werkten we samen met de Commissie Natuurlijke Rijkdommen en het Huis van Afgevaardigden aan een proces om burgerinspraak te verzamelen voor conceptversies van wetsvoorstellen (meestal wordt inspraak pas verzameld nadat het wetsvoorstel is opgesteld). Toen we de medewerkers erop wezen dat een hoge mate van transparantie zeer positieve maar ook negatieve input kon genereren, reageerde het team hierop dat dit juist de bedoeling was. Deze instelling was een paar jaar geleden niet denkbaar, en de verschuiving komt deels voort uit de veranderende verwachting-en van de bevolking. Burgers zijn ondertussen gewend geraakt aan persoonlijke ervaringen en het  gevoel gehoord te worden in consumenten-interacties. Er heerst een groeiende wens om dit gevoel ook op het publieke niveau te creëren, en dat aan de hand van interactie met de overheid. 

Aan de kant van de overheid zijn er twee factoren die de versnelde invoering van transparantie- en betrokkenheidstechnologieën hebben bevorderd. Ten eerste lijdt het Congres onder een gebrek aan capaciteit – het werk van ambtenaren wordt steeds complexer en ze hebben betere instrumenten nodig om hun werk efficiënter te kunnen doen. Ten tweede betekent de voortdurende legitimiteitscrisis dat het Congres niet meer enkel achter gesloten deuren kan werken. Het betrekken van de bevolking is de enige manier om sneller met effectieve, legitieme oplossingen te komen.”

 C – “Hoe kan men participatie inclusief maken?”

MH – “In de begindagen van Civic Tech hebben we de bestaande systemen voor belangenbehartiging in de Verenigde Staten gecombineerd. Grote belangenbehartigings-groepen gebruikten onze tools en trokken grote aantallen gebruikers aan. Dit was de oude aanpak, waarbij het eerder draaide om aantallen en kwantiteit dan om kwaliteit. Dit is gebaseerd op de advocacy-tactiek die een achterban opbouwt en de politiek beïnvloedt met aantallen. Maar ik denk niet dat dit vandaag de dag de optimale manier is om burgerparticipatie te realiseren.

Ons project met de National Resource Committee pakt het anders aan. Het heeft minder deelnemers en er is meer frictie, maar de participatiekwaliteit ligt hoger en de uiteindelijke inbreng wordt vaker effectief verwerkt in het wetgevingsproces. PopVox werkte ook samen met politieke wetenschappers en voerde pilots uit om representatieve steek-proeven te nemen van burgers en hen te betrekken bij bepaalde kwesties. Dit gebeurde om te testen of dit de ervaring van de kiezers, de kwaliteit van de input en de impact op de besluitvorming ten goede komt. Er wordt ook veel getest aan de hand van  burgerpanels. Het wordt een nieuwe uitdaging om te ontdekken hoe we dit kunnen schalen. Ik verwacht het komende decennium veel innovatie op dat gebied. Ik weet niet precies waar het heen gaat, maar het is erg interessant om deel uit te maken van het gesprek.

Ik denk verder veel aan het gebruik van data en onderbouwing in beleidsvorming. Er heerst het idee dat het per definitie een wisselwerking is, en dat een gezamenlijke beslissing ten koste gaat van data en onderbouwing, of vice versa. Maar we moeten streven naar een mix van beide: het publiek beter informeren door gegevens en onderbouwing, en hen inspraak geven om beslissingen te nemen.”  

In de loop der jaren zag ik dat de sleutel tot succes schuilt in wetgevers die echte aandacht besteden aan de inbreng van burgers.

Marci Harris

C – “Hoe creëer je randvoorwaarden voor zinvolle participatie op de PopVox-platformen?”

MH – “PopVox is in de eerste plaats niet opgezet als discussieplatform, maar als platform om een bericht te sturen naar je wetgevers. Dat beschermt ons tegen veel trollen en problemen die je op andere platformen ziet. Gebruikers moeten zich bovendien op het platform aanmelden met een echt adres,  een echte naam en een echt e-mailadres. Deze informatie wordt niet openbaar gemaakt, maar wordt enkel gedeeld met het Congreslid waar je contact mee opneemt.

Een collega van me onderzoekt de begrippen ‘openbaar plein’ versus ‘de Stembus’. Het idee is dat er een breed scala aan anonimiteitsgraden en participatieniveaus bestaat in de offline wereld (van schreeuwen op een openbaar plein tot het ondertekenen van een redactioneel artikel in een krant), en dat dit online moet worden gerepliceerd. Natuurlijk moet je niet verwachten dat je een grote impact kan maken als je alleen maar schreeuwt op een plein – een hogere participatiekwaliteit geeft je  een grotere kans om het proces te beïnvloeden.” 

C – “Hoe krijg je burgers hoger op de participatieladder?”

MH – “Ik leg de verantwoordelijkheid voor zinvolle participatie bij de overheid. Ik denk dat wij, de Civic Tech-spelers, de afgelopen tien jaar fout zaten. We dachten dat we de situatie konden oplossen door de tools te creëren, de gebruikerservaring te verbeteren en grote aantallen mensen te bereiken. Dat is belangrijk, maar uiteindelijk is het essentieel om een ontvankelijke overheid aan de andere kant te hebben staan. In de loop der jaren zag ik dat de sleutel tot succes schuilt in wetgevers die echte aandacht besteden aan de inbreng van burgers. Er zijn natuurlijk een heleboel fundamentele zaken waar we binnen Civic Tech aan kunnen werken (lokalisatie en talen, gebruikerservaring, goed opgebouwde tekst…) – maar uiteindelijk is de echte vraag: heeft de inspraak van de burgers een echte impact?”