Dit interview is onderdeel van een reeks van 12 expert interviews over de toekomst van de digitale democratie. Het volledige witboek met alle interviews lees je hier.

Vincent van Quickenborne is burgemeester van de Vlaamse stad Kortrijk. Hij bekleedt dit ambt sinds 2013 en initieerde ondertussen het eerste digitale referendum ooit in België. De burgemeester is tevens actief als Parlementslid en was eerder Minister van Ondernemen, Vicepremier en Minister van Pensioenen. In 2010 werd hij door het World Economic Forum geselecteerd als Young Global Leader op basis van zijn successen voor administratieve vereenvoudiging en de internationale promotie van België als investeringsland. 


CitizenLab – “Hoe heb je als burgemeester een participatiecultuur gecreëerd binnen de administratie?”

Vincent Van Quickenborne – “Ik denk dat deze cultuur in principe al lang bestaat. Bij de start van onze coalitie in 2013 vroegen wij meteen naar burgerinspraak voor onze bestuursplannen. De talrijke suggesties, vaak over basale dingen zoals verkeerssnelheid of veiligheid op straat, hebben we verwerkt in ons bestuursplan. Dit was eigenlijk een fase waarbij de ideeën zowel online als op papier werden verzameld, bijvoorbeeld door van deur tot deur te gaan of via de wijkcentra. In fase twee zijn we opnieuw deur aan deur geweest, eerst met papier en later met tablets, maar deze keer om inwoners te vragen naar de situatie in de buurt.

Vorig jaar zijn we van start gegaan met een derde fase door een digitaal participatieplatform te lanceren met 5 stellingen. Deze resultaten hebben we ook effectief opgevolgd. Zo zijn er bijvoorbeeld GAS-boetes op sigarettenpeuken ingevoerd. Tot slot hebben we afgelopen oktober het eerste digitale referendum in België georganiseerd. De vraagstelling betrok een maandelijkse autovrije zondag in het centrum en in één week namen een kleine 10.000 mensen deel.”

C – “Wat was voor jou de grootste les uit het eerste digitaal referendum?”

VVQ – “Het grootste probleem bij een referendum zit bij de meeste politici. Een ‘Ja-stem’ wordt gezien als een stem voor het bestuur, en een ‘Nee-stem’ als een stem tegen. Dat is fout, want het gaat niet over het bestuur, maar over een concrete vraag. ‘Nee’ moet niet gezien worden als een teken van falen – en ‘Ja’ niet als overwinning. Deze instelling zie je vooral bij politici, bij inwoners valt dat wel mee. Het is dus een kwestie van een beetje loslaten en risico’s durven nemen. In Zwitserland is deze cultuur er al wel: daar staat de vraag van een referendum echt los van het bestuur dat aan de macht is. Dit is iets wat wij nog moeten leren. Misschien is het zelfs beter als politieke partijen zich op dat moment niet uitspreken over de vraag in kwestie, hoe moeilijk dat ook is.

Al met al ben ik overigens zeer tevreden over het digitaal referendum, met name over het gemak waarmee we het georganiseerd hebben. Het smaakt naar meer, en hopelijk kunnen we in de toekomst zelfs de verkiezingen digitaal organiseren. In Estland heerst er bijvoorbeeld al een zeer digitale cultuur, waar burgers kunnen kiezen tussen online of offline stemmen. Maar dat is in ons land nog een verre toekomst. Veel politici kijken daar toch nog wantrouwend tegenaan.”

“‘Nee’ moet niet gezien worden als falen en ‘Ja’ niet als overwinning.”

Vincent van Quickenborne

C – “Je hebt aangekondigd dat Kortrijk vanaf nu jaarlijks een digitaal referendum zal houden. Welke voornaamste meerwaarde zie je hierin?”  

VVQ – “De meerwaarde is het debat dat mensen vooraf voeren en de interesse die mensen krijgen in thema’s die normaliter verder van hun bed staan. Iedereen sprak erover met familie of in het café. De directe inspraak geeft mensen het gevoel dat ze gerespecteerd worden, en dat hun stem echt telt. Dit is enkel mogelijk dankzij technologie, want stel je eens voor dat je zo’n referendum organiseert met klassieke stemhokjes. Dat zou niet alleen handenvol geld kosten, ik verwacht ook dat weinig mensen bereid zijn om precies die dag naar de stembus te gaan. Nu geef je mensen de kans en tijd om de ganse week te stemmen, wat ervoor zorgt dat mensen die al hebben gestemd anderen kunnen overhalen. Ik denk dat wij een beetje de voorbode zijn van wat er op lange termijn landelijk zal gebeuren; dat we van veel meer mensen op veel meer momenten effectief inspraak zullen krijgen. Ik geloof dat de combinatie van individualisering en technologie een nieuw tijdperk inluidt voor de politiek – en dat wij daar als eerste echt mee aan het experimenteren zijn.”

C – “Welk advies heb je voor burgemeesters om inwoners te betrekken met online participatie-projecten?”

VVQ – “Ik denk dat het een zaak is als bestuur om te durven je kwetsbaar op te stellen en te tonen dat je niet alle wijsheid in pacht hebt. Het referendum is er niet zomaar gekomen, daar is veel aan voorafgegaan. Wij hebben daarop aangestuurd omdat veel mensen vroeger het gevoel hadden dat ze weinig te zeggen hadden in de stad, dat er een afstand was tussen hen en ons. Ik denk dat het anders zou zijn als je deze vraag vandaag zou stellen, al blijven er natuurlijk altijd mensen ontevreden. Maar toch, het resultaat van het eerste referendum was met 57% van de stemmen “Nee” – iets wat wij hebben aangenomen. Het feit dat wij hebben geluisterd creëert een positieve cultuur.

Individualisering en technologie luiden samen een nieuw tijdperk in voor de politiek.”

Vincent van Quickenborne

Intern waren sommige mensen teleurgesteld dat het niet gelukt was om een maandelijkse autovrije zondag te realiseren. Maar het doel was niet om ons plan te laten slagen, maar om de inwoners te laten beslissen. Het betekent overigens niet dat overheden alle beslissingen bij de mensen moeten gaan leggen. Je kan niet elke minuut van de dag een referendum organiseren, want dan zouden mensen zich eraan gaan ergeren. Al zou het misschien wel kunnen dat op termijn de politieke klasse vervangen wordt door online referenda en artificial intelligence.”

C – “Zie je dat als iets utopisch of dystopisch?”

VVQ – “Zo lang technologie ten dienste staat van de mens denk ik dat dat een zeer goede zaak is. Er is veel tijd- en efficiëntieverlies in de politiek, en artificiële intelligentie kan leiden tot politiek eenvoudigere processen.”

C – “Wat is je visie op de toekomst van digitale lokale democratie?” 

VVQ – “Wij gaan nu sowieso een keer per jaar een digitaal referendum houden, maar we hebben tussendoor ook vaak lastige vraagstukken, zoals de herinrichting van wegen. Dan vraag ik me af: is het niet mogelijk om alleen de mensen die daar wonen gewoon te laten meestemmen, bijvoorbeeld over een eenrichtingsstraat? Maar zo ver zijn we nog niet. 

We hebben wel een klankbordgroep die hierover beslist, maar dat is een vertegenwoordiging van inwoners. Ik geef liever de hele buurt de kans hierover mee te beslissen. Dit brengt overigens nog andere vraagstukken met zich mee, want kan je een gebied wel afbakenen? Het heeft ook invloed op mensen die elke dag door de straat rijden maar ergens anders wonen. Toch denk ik dat je meer en meer richting het soort ad hoc gebruik van digitale besluitvorming gaat om te beslissen. Een burgemeester kan dan kiezen om drie goed uitgedachte casussen, modellen of oplossingen voor te stellen, maar de burger beslist.”