Digitale participatie en e-inclusie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Hoe meer onze samenleving digitaliseert— en hoe meer kansen er komen om aan de hand van digitale tools onze samenleving vorm te geven—hoe belangrijker het wordt om ervoor te zorgen dat iedereen mee kan. 

De digitale kloof: een realiteit in Vlaanderen

Volgens cijfers van de Vlaamse Overheid (2021) beschikte ongeveer 54% van de inwoners van het Vlaamse Gewest tussen de 16 en 74 jaar over digitale basisvaardigheden. Maar deze cijfers liggen een stuk lager bij kwetsbaardere bevolkingsgroepen, zoals ouderen, laaggeschoolden en mensen met een laag inkomen. Wat ouderen betreft (55-74) had maar liefst 64% geen digitale basisvaardigheden. Bij mensen met een inkomen onder de 1.499 euro per maand steeg dit percentage naar 69%, en bij mensen met een lage scholingsgraad naar 75%.

“De mogelijkheden die de digitalisering met zich meebrengt, zijn ongelooflijk,” zegt Vlaams Minister van Samenleven Bart Somers hierover. “Alleen zien we dat het weer dezelfde kwetsbare groepen zijn die het meeste risico lopen om uitgesloten te raken van deze vooruitgang. (…)  “Je inkomen, opleiding of leeftijd bepaalt vandaag of je meekan in onze digitale samenleving.” 

Om de kloof te helpen dichten werden vorig jaar al heel wat pilootprojecten opgestart, zoals een ‘Digicafé’ in Roeselare of de ‘Digibib’ in Sint-Niklaas. Om dergelijke initiatieven de nodige ondersteuning te bieden maakt Somers dit jaar 25 miljoen euro extra vrij. Met dit geld wil het bestuur lokale overheden nog meer ondersteunen om e-inclusieprojecten op poten te zetten. Want, zo zegt Somers zelf:Werk maken van gelijke kansen, dat doe je zo laagdrempelig mogelijk, zo dicht mogelijk bij de burger.” 

E-inclusie op lokaal niveau

Hoewel digitalisering heel wat kansen biedt om beleid inclusiever te maken, kan het er dus net ook voor zorgen dat de kloof tussen verschillende groepen mensen groter wordt. En dus gaan Vlaamse gemeenten op lokaal niveau aan de slag met e-inclusie. Maar wat is dat nu eigenlijk precies? 

Volgens deze definitie van het VVSG staat e-inclusie voor “alle maatregelen die je kan nemen om te vermijden dat mensen uitgesloten raken door de digitalisering van de maatschappij.” Lees: e-inclusie is ervoor zorgen dat mensen een basis aan digitale skills krijgen, dat ze toegang hebben tot de nodige digitale tools en dat er manieren worden gevonden om burgers ook offline hun stem te laten horen. Hoe je dat precies aanpakt? Hoe gek het ook mag klinken, digitale participatie is een uitgelezen manier om e-inclusie te bevorderen.

Digitale participatie en inclusie gaan hand in hand

Digitale participatie, bijvoorbeeld met behulp van een participatieplatform zoals dat van CitizenLab, heeft een paar belangrijke voordelen die inclusie in het algemeen in de hand werken. 

  • Mensen die online deelnemen moeten zich niet fysiek naar een gemeentelijke vergadering verplaatsen, wat kosten bespaart en de drempel verlaagt.
  • Op het digitale platform kunnen communityleden hun stem laten horen waar en wanneer het hen uitkomt. Dit verlaagt opnieuw de drempel en zorgt ervoor dat ook mensen in afgelegen gebieden of met strikte schema’s makkelijk kunnen deelnemen. Deelnemers kunnen bovendien zelf kiezen aan welke projecten ze deelnemen. Zo kunnen ze hun stem laten horen over de kwesties die hen het dichtst aan het hart liggen, wat betrokkenheid verder bevordert.
  • Het digitale platform van CitizenLab genereert handige en relevante inzichten over de verzamelde input. Het ‘Representation Dashboard’ geeft een helder overzicht van demografische gegevens van je deelnemers, zoals geslacht, leeftijd, opleidingsniveau of woonplaats, en vergelijkt die data automatisch met de volkstelling. Zo weet je altijd precies hoe representatief je projecten zijn, en voor welke mensen je extra maatregelen moet treffen om hen te bereiken. Hier lees je meer over hoe ons platform representatie in de hand werkt

Kortom: digitale participatie maakt het makkelijker dan ooit om mensen te betrekken en beleid te creëren op maat van de community. Maar… 

Hybride participatie is de weg vooruit

Als we e-inclusie willen bevorderen en representatief beleid willen maken, is een puur digitale participatiestrategie niet voldoende. Om de inzichten en voordelen van digitale participatie te combineren met de toegankelijkheid van offline betrokkenheid, raden we lokale overheden altijd aan om een hybride aanpak te hanteren. Zo bereik je een breder publiek en betrek je mensen met verschillende digitale vaardigheden. 

  • Bied offline kanalen aan om deel te nemen aan online projecten. Zo plaatste de stad Parijs een honderdtal stembussen in de straten om burgers offline te laten meestemmen over de lokale burgerbegroting. In onder meer de gemeenten Mol en Temse verzamelden de besturen alle ideeën en stemmen van offline sessies en plaatsten die, samen met de online inzendingen, op hun participatieplatform. Zo kwam alles netjes op één plek te staan. 
  • Zorg voor eigen computers en plaats deze op makkelijk bereikbare plaatsen. De gemeenten Londerzeel en Marche-en-Famenne plaatsten bijvoorbeeld computers in de bibliotheek en het gemeentehuis om zo elke burger toegang te bieden tot het CitizenLab-platform. En omdat er altijd een vertegenwoordiger van de gemeente aanwezig was, kregen mensen met minder digitale vaardigheden de nodige hulp.

De Nederlandse gemeente Almere lanceerde het project (G)oud in Almere om te polsen hoe het haar oudere bevolking beter kon ondersteunen. Hiervoor gebruikte de gemeente een mix van online en offline methoden, van een online enquête onder zorgkundigen tot fysieke bijeenkomsten met ouderen en mantelzorgers en een grootschalige online workshop die de focus legde op ouderen met een migratieachtergrond. Dankzij een mix van offline en online participatie slaagde de stadsconferentie erin niet “over”, maar “met” een moeilijker bereikbare doelgroep te spreken. 

Meer lezen over digitale participatie en inclusie?